Zeg dat nog eens?! Echolalia of zweeftaal bij slechtziende kinderen

Ivan talking

Artikelen in het Nederlands

Translated by Laura K.M. Steinbusch.

Het woord Echolalie stamt af van een Griekse mythe over de nymfe Echo die altijd het laatste woord van anderen herhaalde. Haar hart was gebroken na een onbeantwoorde liefde waardoor ze vervolgens wegkwijnde totdat enkel haar stem overbleef. Het is een oud verhaal met een boodschap over liefde en verlies.

Je kunt denken dat dit oude verhaal niks te maken heeft met de moderne tijd maar als je blinde kind constant alles herhaalt wat je zegt dan weet je wel degelijk dat Echo’s nog steeds bestaan.

Klinkt dit gesprek bekend? (Sorry voor de incorrecte grammatica-het is een waar gebeurd voorbeeld!)

Ouder: “Welke verhaal wil je vanavond lezen?”
Kind: “Welk verhaal wil ik?”
Ouder: “Dat is waar; welk verhaal wil jij?”
Kind: “Welk verhaal wil ik?”
Ouder: “Ja, welk verhaal wil jij?”
Kind: “Welk verhaal wil ik?”
Ouder, wanhopig: “Welk verhaal wil je? Ik bedoel….laat maar zitten. Geen verhaal vanavond!”

Dat is echt een verhaal met een boodschap.

Tegenwoordig denkt men dat 80% van de blinde en slechtziende kinderen zweeftaal vertonen in hun spraak. Het is een normaal deel van de spraak ontwikkeling (het is een uitstekende manier om taal te oefenen) maar deze periode duurt vaak langer bij blinde kinderen dan bij ziende kinderen.

Blinde en slechtziende kinderen lijken dit gedrag nuttig te vinden en blijven het daardoor waarschijnlijk langer toepassen.

Ivan having a conversation with his mommy.

Hoe kan zweeftaal nuttig zijn?

Zoals eerder gezegd is het gebruiken van zweeftaal een normaal stadium tijdens de taal- en spraakontwikkeling voor alle kinderen maar blijven blinde en slechtziende kinderen vaak wat langer in dit stadium omdat het enigszins als zicht kan functioneren.

    • Wie is daar?
      Een ziend kind hoeft enkel om zich heen te kijken om te weten wie er in een kamer is. Een blind kind kan dit niet maar wil het ook graag weten zelfs voordat hij het netjes kan vragen.
      Steeds dezelfde (misschien gekke) vraag stellen kan raar lijken maar als je je bedenkt dat de aanwezigen in de kamer een reactie geven op deze vraag dan is het te begrijpen als aangepast gedrag. Herhaling van dit gedrag kan dan gezien worden als een manier om geïnformeerd te blijven over wie aanwezig is en wie niet.
  • Wie is waar?
    Als iedereen in de ruimte op je kind reageert helpt hem/haar dat om iedereen te plaatsen in de ruimte. Het volgende voorbeeld illustreert hoe iedereen aan tafel communiceert met Tommy als een reactie op zijn gebruik van zweeftaal.

Mama zegt, “Etenstijd Tommy. Yam yam.”
Tommy zegt, “Etenstijd Tommy. Yam yam.”

Tommy’s moeder interpreteert correct dat dit Tommy’s manier is om aan te geven dat hij haar gehoord heeft.

Tommy zit nu aan de eettafel met zijn broer en zusjes en zegt, “Etenstijd Tommy. Yam, yam.”
Zijn oudere broer zegt, “Dat is waar Tommy.”
Tommy zegt, “Etenstijd Tommy. Yam, yam.”
Zijn oudere zus zegt, “Dat heb je al gezegd Tommy. Stop daarmee.”
Tommy zegt, “Etenstijd Tommy. Yam, yam.”
Zijn kleine zus zegt, “Yam, yam.”
Zijn oudere zus zegt, “Mam, laat hem daarmee ophouden.”
Kleine zus zegt, “Yam, yam.”

Moeder trekt haar haren uit.

    • Eerste contact:
      Een ziend kind zal een eerste contact leggen via oogcontact. Ook al is dit niet mogelijk voor een blind kind, hij heeft nog steeds dezelfde behoefte als een ziend kind. Het gebruik van zweeftaal geeft hem een gelijkaardig contact. Aangezien hij het spreken (zweeftaal) enkel gebruikt om dit eerste contact te leggen, kan het zo zijn dat hij niet begrijpt dat spraak relevant dient te zijn.
  • Gesprekken en sociale interactie:
    Het taalbegrip van een blind kind (reagerende taal) is in dit stadium groter dan zijn vermogen om zich uit te drukken (expressieve taal). Hij zou misschien mee willen praten in een gesprek of op de juiste manier willen reageren. Het gebruik van zweeftaal geeft een blind kind de mogelijkheid om schijnbaar betrokken te zijn in een gesprek voordat zijn spraakvaardigheid het toelaat. Het geeft een gevoel van inclusie in een gesprek wat anders vervuld zou zijn door oogcontact en lichaamstaal.

Echter, ook al zoekt het blinde kind sociale inclusie met het gebruik van zweeftaal, hij wordt daardoor vaak juist gezien als anders. Daarnaast vinden veel blinde kinderen het gebruik van voornaamwoorden vaak moeilijk waardoor het soms nog duidelijker is dat hij anders is dan de rest van de groep.

Omdat zijn gesprekken enkel zullen gaan over zijn ervaringen en de precisie en de bruikbaarheid van ervaringen minder zullen zijn door zijn blindheid, kan het moeilijker zijn om te stoppen met het gebruik van zweeftaal. Iets wat begon als een ontwikkelingstap kan zo een gewoonte worden.

Wat kun je doen om echolalie te verminderen?

Ivan having a conversation.Voor je eigen gezondheid is het goed om te onthouden dat ook dit voorbij zal gaan. Ieder kind zal op een gegeven moment een gekke gewoonte hebben. Het is het effectiefst om je kind te laten zien dat er makkelijkere of praktischere manieren zijn om taal te gebruiken. Natuurlijk is het moeilijk om lief en aardig voor de 30ste keer te herhalen hoe iets anders kan maar het zal werken.

Het is niet de bedoeling hem van praten te weerhouden, in tegendeel. Het gaat erom je kind een weg te bieden waarop hij taal kan verkennen en zijn taalvaardigheid kan vergroten. Zo kan hij zich gedragen als, en ontwikkelen tot, een gewoon, sociaal en gelukkig persoon. Opvoeden blijft een grote opdracht!

Hier enkele tips om je te helpen om te gaan met de echolalie van je kind en hem aan te moedigen een meer expressieve vorm van taal te gaan gebruiken. Lees de adviezen en gebruik de tips welke voor jou het beste lijken te werken. Vergeet niet, alle kinderen leren in hun eigen ritme en reageren op hun eigen manier. Heb geduld en geef niet op!

    • Een snelle oplossing bestaat niet.
      Het is belangrijk dat je weet en accepteert dat het geduld, doorzettingsvermogen en tijd zal kosten om het gedrag van je kind te veranderen. Immers het werkt voor hem nu heel erg goed.
    • Taal is zijn verbinding met de wereld.
      Zijn taalvaardigheid zal direct afkomstig zijn van de mensen om hem heen. Maak het makkelijker voor hem door de uitleg over zijn wereld te laten groeien met zijn kennen en kunnen. Hoe expressiever de taal is waar hij aan wordt blootgesteld, hoe rijker zijn woordenschat zal zijn. Wat een handige vaardigheid om aan een kind mee te geven! Leg bijvoorbeeld heel beschrijvend uit wat er om hem heen gebeurt, wie er aanwezig zijn en wat ze aan het doen zijn of welke geluiden hij kan horen. Een leuk spel is “ik hoor een ….” omdat het voortbouwt op de wens van een kind om een zin te herhalen maar hem tegelijkertijd aanmoedigt om na te denken en zelf iets in te vullen. Ga buiten zitten en laat je kind vertellen wat hij hoort. Help hem door zelf een voorbeeld te geven, “Ik hoor een vliegtuig, ik hoor de wind door de bladeren ruizen, etc” Moedig hem aan te luisteren en de geluiden te benoemen.
    • Leg uit hoe ziende mensen non-verbaal met elkaar communiceren.
      Leg uit wat er om hem heen gebeurt, wat mensen doen en waarom ze dat doen. Beschrijf de non-verbale communicatie van anderen tot in detail wat betreft glimlachen, hoofdknikken en bewegingen welke mensen gebruiken naast taal. Wanneer hij dit niet weet zou het als een gebrek in zijn sociale gedrag gezien kunnen worden.
  • Doe je kind voor hoe hij op een vraag of een situatie kan reageren.
    Vaak hoef je je kind alleen maar een klein duwtje in de juiste richting te geven in een situatie of gesprek. Wanneer hij/zij dan ook nog een complimentje krijgt in reactie op zijn goede gedrag of reactie, zal hij het een volgende keer sneller vanuit zichzelf toepassen. Succes bouwt op succes. Hier volgt een voorbeeld:

De kleuterjuf vraagt iedere morgen: “Hoe gaat het Tommy?” Tommy antwoord iedere morgen: “Hoe gaat het Tommy?”
Tommy antwoord iedere morgen: “Hoe gaat het Tommy?”
Op dat moment fluistert Tommy’s moeder in zijn oor: “Het gaat goed en Tommy heeft vanochtend een boterham met kaas gegeten als ontbijt.”

Dit zou een goed antwoord geweest zijn als de moeder de kleuterjuf had geantwoord maar ze legt het aan Tommy voor. Nu kan hij kiezen tussen wat hij normaal zegt of deze nieuwe mogelijkheid. Op een gegeven moment zal hij de nieuwe mogelijkheid gaan gebruiken.

Of…

De kleuterjuf zegt: “Hoe gaat het Tommy?”
Dan zegt ze: “Dat is een vraag Tommy. Ik zou graag willen weten of je je goed, chagrijnig, verdrietig of blij voelt.”

Tommy weet nu wat voor een antwoorden hij zou kunnen geven en hij heeft een beter idee van wat er van hem verwacht wordt. En zelfs als hij het gerbuik van zweeftaal vertoont zal hij nu waarschijnlijk haar laatste woorden herhalen, “blij voelen” zou geinterpreteerd kunnen worden als een positieve en correcte reactie op haar vraag, waarmee hij alweer wat geleerd heeft!

    • Vereenvoudig je taalgebruik.
      Wanneer je kind jong is en begint te praten kan het een goed idee zijn om je taalgebruik simpel te houden. Op die manier is het in ieder geval correct wat hij zegt wanneer hij je herhaalt. Bijvoorbeeld, jij zegt “dag lieverd” in plaats van “dag Tommy” zodat het correct klinkt mocht hij je herhalen. Daarnaast lijken blinde kinderen het gebruik van persoonlijke voornaamwoorden moeilijk te vinden. Het kan daarom zelfs een goed idee zijn om ze in het begin helemaal niet te gebruiken totdat je merkt dat je kind er klaar voor is, dit kan pas zijn als ze vier of vijf jaar oud zijn. Het kan belachelijk lijken om “Mama gaat je oppakken.” te zeggen, of “Tommy klinkt moe” maar het zal hem helpen een gesprek en een situatie te begrijpen zonder over persoonlijke voornaamwoorden na te hoeven denken.
    • Stel geen onnodige vragen.
      Je maakt het extra moeilijk voor je kind wanneer je een vraag stelt waar je eigenlijk geen antwoord op verwacht. In plaats van “ben je klaar voor een bad?” zou je “Tommy’s bad is klaar” kunnen zeggen. Op deze manier heeft hij een nieuwe zin om te gebruiken. Zelfs als hij “nee” had geantwoord op je vraag dan had je hem toch in bad gedaan. Het is makkelijker om de mogelijkheid tot een discussie weg te laten!
  • Gebruik dit sterke punt van je kind.
    Je kind is goed in het herhalen van woorden en zinnen? Gebruik dit om ze zelfstandig te leren praten! Laat ze jouw zinnen herhalen maar laat langzaam woorden weg zodat ze deze zelf in gaan vullen. Op deze manier kunnen ze verantwoordelijk worden voor hun eigen taalgebruik. Hier is een voorbeeld:

Moeder rolt een bal naar Tommy: “Tommy heeft de bal!”
Tommy heeft de bal vast en zegt: “Tommy heeft de bal!”

De volgende dag rolt moeder de bal naar Tommy: “Tommy heeft de b….”
Tommy heeft de bal vast en zegt: “bal, Tommy heeft de bal!”

De volgende dag rolt moeder de bal naar Tommy: “Tommy heeft de …”
Tommy houdt de bal vast en zegt: “bal, Tommy heeft de bal!”

De volgende dag rolt de moeder de bal naar Tommy maar zegt niks.
Tommy heeft de bal vast en zegt: “Tommy heeft de bal!”

Nu krijgt Tommy een knuffel en complimentjes!

    • Negeer de echolalie niet.
      Elke vorm van taal is een poging tot communicatie en verdient een reactie. Hoe klein of groot de kwaliteit van het gesprek, je kind zal gewaardeerd willen worden voor zijn poging tot communicatie.
  • Zoek een logopodist die jou en je kind inspireert. Je zal het advies van een logopodist enkel toepassen wanneer je deze expert vertrouwt.

Dit kan een lang proces zijn met geen snelle oplossingen, geen magische trucs en het vereist constante paraatheid van je eigen aangepast maar correcte taalgebruik. Vergeet niet dat het voor je kind ook niet grappig is. Begin vandaag en help je kind zijn/haar taalvaardigheid te ontwikkelen. Wanneer hij/zij ouder is zullen jullie heerlijke discussies kunnen hebben!

Read this article in Arabic: قراءة هذا المقال بالعربية

Read this article in Spanish: Lea este articulo en Español

Read this article in English: You Can Say That Again! Echolalia in Visually Impaired Children

Echolalia in Visually Impaired Children